Bepalend gebruik: Inschakelen en dimmen van verlichting. Gebruik met geschikte afdekking. Montage in inbouwdoos met afmetingen volgens DIN 49073. Producteigenschappen: Het apparaat werkt volgens het fase-aan- of fase-afsnijdprincipe. Automatische instelling van het dimprincipe dat past bij de belasting. Het apparaat kan zonder neutrale draad worden gebruikt. Inschakelen door lampvriendelijke softstart. Inschakelen met laatst ingestelde helderheid of opgeslagen inschakelhelderheid. Inschakelhelderheid permanent opslaarbaar. Minimale helderheid permanent opslaarbaar. Elektronische kortsluitbeveiliging met permanente uitschakeling uiterlijk na 7 seconden. Elektronische overtemperatuurbeveiliging. Vermogen uitbreiding door vermogensaddities mogelijk. Optionele accessoires: Compensatiemodule LED. Nominale spanning: AC 230. Netfrequentie: 50-60 Hz. Standby-verbruik: ca. 0,35 W. Verliesvermogen: ca. 2 W. Omgevingstemperatuur: -5 ... 45 °C. Aansluitvermogen bij 25 °C: Gloeilampen: 20 ... 210 W, HV-halogenlampen: 20 ... 210 W, Elektronische transformatoren: 20 ... 210 W, Elektronische transformatoren met NV-LED: typ. 20 ... 60 W, Inductieve transformatoren: 20 ... 210 VA, Inductieve transformatoren met NV-LED: typ. 20 ... 60 VA, HV-LED-lampen dimbaar: typ. ... 60 W, Compacte fluorescentielampen dimbaar: typ. ... 60 W. Ohmsch-capacitatief: 20 ... 210 W. Capacitatief-inductief: niet toegestaan. Ohmsch-inductief: 20 ... 210 VA. Ohmsch en HV-LED: typ. ... 60 W. Ohmsch en compacte fluorescentielampen: typ. ... 60 W. Bedrijf zonder neutrale draad: minimale belasting 50 W. Geldt niet voor belastingen met HV-LED- en compacte fluorescentielampen. Vermogensaddities: zie handleiding vermogensadditie. Aansluiting: Schroefklemmen enkelvoudig: 1 x 0,5 ... 4,0 mm², 2 x 0,5 ... 2,5 mm²; fijndradig zonder adereindhuls: 1 x 0,5 ... 4,0 mm², 2 x 0,5 ... 2,5 mm²; fijndradig met adereindhuls: 1 x 0,5 ... 4,0 mm², 2 x 0,5 ... 1,5 mm². Totale lengte van de lastleiding: max. 100 m.